"Haak konijn" is makkelijk!
Je hebt Catania wol nodig voor dit haken idee. Van een bal met naaldgrootte 4 kunnen ca. 6 eierdopjes worden gemaakt. Hier werk je met twee draden tegelijk. Dit resulteert niet alleen in een bijzonder mooi, stevig en dik steekpatroon - uw gekookte eieren worden later beter warm gehouden. Gebruik voor de konijnenoren naaldmaat 3 en haak met een eenvoudige draad.
Kleine "Haak 1x1" voor beginners
Je begint met een eerste lus: vorm het einde van de draad tot een kleine "krakeling", doorboor deze lus met de haaknaald, pak de draad op en trek deze door tot een eerste steek.
Warpsteek (KM):
De haaknaald wordt in de volgende steek gestikt. De uitgetrokken lus wordt door de lus van de haaknaald getrokken.
Vaste haaksteek (FM):
De haaknaald wordt in de volgende steek gestoken. De uitgetrokken lus blijft op de haaknaald zitten, met de haaknaald wordt een andere lus gevormd en door beide lussen op de naald getrokken.
Haakstokken (Stb):
Op de haaknaald wordt een lus gevormd, vervolgens wordt de naald in de volgende steek gestoken, de uitgehaalde lus wordt met een nieuwe lus aan een steek gehaakt, deze en de steek die al op de naald zit worden samen met een andere lus gehaakt.
Luchtsteek (LM):
Met de haaknaald wordt de draad als een nieuwe steek door de lus op de naald getrokken.
Spiraalvormige luchtsteek (Wende- LM):
Met de haaknaald worden twee luchtsteken gemaakt. Vervolgens wordt de draad als een lus om de haaknaald gewikkeld, de naald wordt door de eerste steek van de beginnaald gestoken, eerst met de eerste steek, dan met de resterende steek wordt samengetrokken tot een nieuwe haaknaald.
Haakinstructies worden meestal geschreven met de afkortingen tussen haakjes.
Elke gehaakte ronde wordt afgesloten met een KM, de nieuwe ronde wordt gestart met een draaiende LM.