Print het grafiekpapier dat wij u als sjabloon hebben gegeven en breng uw gewenste motief of belettering met potlood over op het papier.
Nu hangt het af van de weefdikte van de stof die je hebt gekozen:
Bij de Cashel-stof liggen de "gaatjes" waarin geborduurd moet worden, ongeveer 1 mm uit elkaar. Dit betekent dat één vakje van het grafiekpapier overeenkomt met één kruissteek op deze stof. In dit geval wordt elk hokje dat de potloodlijn van de schets raakt, gekleurd. Dit creëert het gepixelde kruissteekpatroon in een mum van tijd.
In de Rico monnik stof, zijn de kruissteken ongeveer 2 x 2 mm. Dit betekent dat in dit geval 4 vakjes van het papier per steek moeten worden gekleurd: Dus het patroon wordt grover.
Op die manier kunt u in een handomdraai uw motieven, belettering en wat u verder nog op de stof wilt borduren, creëren.