Pons eerst de overeenkomstige cirkels uit voor de ballen.
Er moeten minstens 12 cirkels per honingraatbal zijn. Hoe meer cirkels je gebruikt, hoe voller het resultaat zal zijn.
Vouw nu elke cirkel één keer in het midden en open hem weer.
Breng een dunne strook lijm aan loodrecht op de vouwlijn en sluit de cirkel weer op de eerder gevouwen lijn. Herhaal dit met alle cirkels. Lijm nu de ontstane halve cirkels aan elkaar. Breng twee lijnen lijm aan rechts en links van de eerder gelijmde lijn.
Als alle stukken aan elkaar zijn gelijmd en goed droog zijn, kan de stapel worden opengevouwen tot een bal en ook worden gesloten met twee stroken lijm.
Rijg dan een clip op elk van de scheringdraden, trek dan het garen door het midden van de honingraatbol en knoop het strak aan de bovenkant om het op te hangen.