Verf eerst kleine houten halve bollen met oudroze verf en lijm ze als kleine neuzen op de hoofden van de figuren. Breng het motiefsjabloon over op het vilt en knip alle delen uit.
Als je de kapjes aan de zijkanten aan elkaar plakt, krijgen ze hun conische vorm. Merk echter op dat de hete lijm niet helemaal tot bovenaan moet worden aangebracht: je zou je eraan kunnen branden, en later heb je ook een kleine opening nodig.
De kapjes kunnen nu op de koppen worden gelijmd. Rimpels en plooien worden meteen weggewerkt.
De lichamen krijgen kleine vilten jasjes.
Knip een strook feeënwol van ongeveer 1,5 cm breed voor elk van de baarden, vouw deze eenmaal in het midden. Bevestig elk rond de onderkant van de neus en stijl elke baard zoals je wilt.
Versier tot slot de lentekabouters met bloemen. Kies kleine voorjaarsbloemen en steek ze in de bovenkant van de opening van de doppen. Lijm meer bloemen op bloemendraad. Wikkel de draad rond een potlood. Dit geeft elke bloemstengel een individuele uitstraling.
Bevestig de afgewerkte bloemen aan de figuren. De hete lijmstrook kan worden verborgen onder de baard en het kleed.